FAQ

Gebruikers

Heb ik een psychische aandoening? Wie kan mij helpen? Bij wie kan ik terecht?

Je hebt symptomen (vooral als ze met elkaar samenhangen en als ze aanhoudend zijn) die je dagdagelijkse leven (sterk) belemmeren, zoals

  • De minste stress op het werk lijkt onoverkomelijk,
  • Je bent niet langer zeker van je capaciteiten,
  • Je kunt je privéleven en je werk niet meer combineren,
  • Je hebt geen plezier meer,
  • Je hebt nergens nog zin in, of toch niet in veel,
  • Je slaap is verstoord of je slaapt helemaal niet meer,
  • Je kunt niet meer eten zoals gewoonlijk,
  • Je wisselt lachen en huilen voortdurend af,
  • Je hebt ->hallucinaties of hoort stemmen,
  • Je hebt de indruk dat je bespioneerd of in de gaten gehouden wordt,
  • Je hebt de indruk dat de radio of TV tegen je praat,
  • Je wil er een einde aan maken

Al deze symptomen kunnen tekenen zijn van (min of meer) intens psychisch lijden

Voordat je hulp zoekt bij een professional, wat niet altijd gemakkelijk is, aarzel niet om te praten met een vriend, familielid of een andere persoon die je kent en een luisterend oor kan bieden.

ALS JE PROFESSIONELE HULP WILT: 

Om van deze hulp gebruik te kunnen maken, moet je je arts of psychiater (als je die hebt) vragen naar de voorwaarden van dit aanbod en om een voorschrift vragen.

  • Aarzel niet de brochure ->  « Et psy j’allais consulter » (in het Frans) van de Mutualité Chrétienne te raadplegen voor alle vragen in verband met psychologische hulp. De brochure bevat informatie over consultatieplaatsen, tarieven enz.
Hoe kan men genezen? Is dat mogelijk?

Er zijn verschillende soorten psychische aandoeningen en elke soort vereist een specifieke behandeling. In sommige gevallen is het volledig mogelijk om ervan te herstellen of te genezen; in andere gevallen is het mogelijk om over de aandoening te leren om ermee te leven.

Het herstelboekje La Fleur de Patricia definieert herstel als een persoonlijk proces dat hand in hand gaat met de (her)ontdekking van betekenis en nieuwe horizonten in het leven. Raadpleeg het gerust om meer te weten te komen over herstel.



 

Welke hulpmiddelen (medicijnen, methoden, enz.) zouden mij kunnen helpen?

Afhankelijk van de diagnose en de keuze die je maakt, kan behandeling met de juiste medicatie naast psychotherapie helpen bij je herstel. Medicatie is niet altijd nodig. Het is belangrijk dat je met je arts in vertrouwen kunt praten over de verschillende behandelingen die voor jou beschikbaar zijn. 

In ons kopje preventie kan je alternatieve methoden raadplegen, zoals mindfulness of yoga. Let wel dat deze alternatieven een aanvulling zijn op medische en psychologische oplossingen. Sommige artsen kunnen deze sessies voorschrijven als aanvulling op een medische behandeling.

Hebben andere mensen dezelfde ervaringen als ik?

Volgens de resultaten van de Gezondheidsenquête 2020 (uitgevoerd door Sciensano) heeft ongeveer 1 op de 10 volwassenen in België te kampen met een psychische aandoening. Je bent dus niet de enige met geestelijke gezondheidsproblemen, er zijn vele anderen die zich in een soortgelijke situatie bevinden.

Er bestaan verschillende patiëntenverenigingen om je te steunen en te informeren. Deze verenigingen bieden onder meer gespreksgroepen aan (geleid door ervaringsdeskundigen met of zonder een professional). Je vindt ze in ons overzicht.

Je kunt ook deelnemen aan sociale en culturele activiteiten zoals schilderen of koken. Door deze activiteiten zal je in contact komen met mensen die soortgelijke ervaringen als jij doormaken. Aarzel niet om deze kans te grijpen. Als het de tijd er rijp voor is, kun je opnieuw in een bepaald ritme stappen en deelnemen aan een sociaal leven. Het is ook belangrijk dat je je niet isoleert en dat je contact houdt met mensen die je vertrouwt.

Ik heb net een diagnose gekregen. Wat nu?

Allereerst is het belangrijk te weten dat herstel en/of genezing mogelijk is, maar dat het tijd kost. Je moet ook aanvaarden dat je misschien een tijdje niet zult kunnen werken.

Geef vooral de hoop niet op. Het is belangrijk om met iemand te praten die begrijpt wat je doormaakt, of in ieder geval die naar je kan luisteren, of dat nu je arts is, een familielid, een vriend of iemand die heeft meegemaakt wat jij doormaakt, bijvoorbeeld een ervaringsdeskundige. Zij zullen je raad kunnen geven en je door het proces loodsen.

Er bestaan verschillende patiëntenverenigingen om je te steunen en te informeren.

Als je wil, kan je meer te weten komen over de aandoening waaraan je lijdt, zodat je beter kan begrijpen wat er met je gebeurt. Je kan onze woordenlijst raadplegen om meer te weten te komen over ziektebeelden, de verschillende soorten professionals in de geestelijke gezondheidszorg, de verschillende benaderingen van therapie, de soorten medicatie enz. Aarzel ook niet om hierover vragen te stellen aan de mensen om je heen.

Indien je meer informatie wenst over de bestaande diensten, kan je die hier vinden:

Ik ben knock-out door mijn medicatie. Wat moet ik doen?

Alle medicatie moet juist gedoseerd worden om effectief te zijn. Als je je onwel voelt door je medicatie of als je andere bijwerkingen hebt, d.w.z. dat het je dagelijkse leven beïnvloedt, is het belangrijk om met je arts te praten. De arts kan wellicht de dosering aanpassen of het soort medicatie wijzigen.

Verander niet zelf de medicatie of de dosering zonder overleg met je arts. Zelfmedicatie kan schadelijk zijn voor je gezondheid.  

    

Ik ben heel angstig. Wie moet ik raadplegen?

Onaangepaste en ongewone angst is een van de meest voorkomende psychologische problemen. Iedereen is wel eens bang, maar dat betekent niet dat je een angststoornis hebt. Iedereen kan angst ervaren voor een examen, angst in de buurt van een grote dreigende hond of angst om te laat te komen voor een belangrijke afspraak.  Het is een normale reactie die je alert maakt, op je hoede, klaar om al je mogelijkheden te gebruiken om moeilijke omstandigheden het hoofd te bieden, in deze gevallen gaat het om een vorm van adaptieve stress.

Sommige vormen van angst zijn nauw verbonden met bepaalde voorwerpen of situaties: angst voor spinnen of slangen, angst voor mensenmassa's of open ruimten. Deze angsten worden "fobieën" genoemd, en elke fobie heeft een specifieke naam, zoals agorafobie (angst voor open ruimten), claustrofobie (angst voor kleine gesloten ruimten). Een fobie kan mild zijn en het dagelijks leven nauwelijks verstoren.

In sommige gevallen wordt de angst zo groot dat de betrokkene het huis niet meer uit durft en bijvoorbeeld zijn werk moet opgeven. In meer uitgesproken gevallen, beheerst de angst het hele leven van de persoon. De persoon kan verlamd zijn door zijn angst. Het wordt een obsessie. De voortdurende bezorgdheid, prikkelbaarheid en wispelturigheid zijn nadelig voor de persoon zelf en voor de mensen om hem heen. De angst wordt te belemmerend voor de persoon en vraagt om een oplossing.

In eerste instantie kan je huisarts je - op basis van je verhaal - adviseren en doorverwijzen naar een (eerstelijns)psycholoog of psychiater. Als je nog geen huisarts hebt, kun je er een zoeken op de website van de fbhav (Federatie van de Brusselse Huisartsenverenigingen).

 

Ik heb last van dwang. Hoe komt dat? Waar kan ik hulp vinden?

OCD (obsessieve compulsieve stoornis) of dwangstoornis is een angststoornis die wordt gekenmerkt door pijnlijke en ongewenste gedachten (obsessies) en gedragingen (compulsies). Typische obsessies zijn angst voor besmetting, twijfel, steeds terugkerende seksuele of religieuze gedachten, angst voor verwondingen, bezorgdheid om de veiligheid van anderen.

Deze gedachten dringen zich op aan de persoon en leiden tot angst. De persoon reageert dan met repetitieve gedragingen (zoals handen wassen, alles controleren) of mentale handelingen (bidden, tellen, woorden herhalen) die bedoeld zijn om de gevreesde situatie te neutraliseren. 

De oorzaken van OCD zijn niet bekend. Vermoedelijk gaat het om de interactie tussen verschillende biologische, milieu- en sociale factoren. OCD kan verband houden met een verstoring van het evenwicht in de hersenfunctie die mogelijk van invloed is op gedachten, emoties en gedrag. Genetische factoren kunnen ook een rol spelen. Wat de psychologische factoren betreft, wordt gewezen op een zekere kwetsbaarheid van mensen die verband houdt met persoonlijkheidsstoornissen en/of stressvolle gebeurtenissen.

De behandeling van OCD hangt af van de ernst van de stoornis. Als de OCD mild tot matig is, is cognitieve gedragstherapie (CGT) de aanbevolen behandeling.

 

Ik heb hallucinaties. Waarom heb ik ze? Waar kan ik hulp vinden?

Een hallucinatie is een onjuiste waarneming van een prikkel die er niet is. Je neemt informatie waar die niet reëel is. Deze hallucinaties kunnen chronisch of dagelijks zijn, zoals bij sommige psychiatrische of neurologische aandoeningen. Zij kunnen echter ook plotseling en geïsoleerd optreden tijdens een epileptische aanval of na inname van giftige stoffen of geneesmiddelen. Ze kunnen van auditieve of visuele aard zijn.

Psychische aandoeningen zijn de meest voorkomende oorzaken van chronische hallucinaties, zoals stemmingsstoornissen of schizofrenie. Bepaalde chronische aandoeningen (epilepsie, dementie), infectieziekten (encefalitis), stofwisselingsziekten, alcohol- en drugsmisbruik of slaapstoornissen kunnen eveneens hallucinaties veroorzaken.

Behandeling is mogelijk, maar deze is afhankelijk van de oorzaak van de hallucinaties. Als de hallucinaties het gevolg zijn van een psychische stoornis, zijn neuroleptica in combinatie met anxiolytica en psychotherapie een doeltreffende behandeling.

Indien de hallucinaties te wijten zijn aan een organische stoornis, moet de ziekte die de hallucinaties veroorzaakt, worden behandeld. Als de hallucinaties verband houden met het gebruik van drugs of alcohol, is het absoluut noodzakelijk een ontwenningskuur te ondergaan en medische opgevolgd te worden.

Als de hallucinaties worden veroorzaakt door medicatie, moet je dat aan je arts die de medicatie heeft voorgeschreven laten weten, zodat de behandeling kan worden aangepast.

 

Ik ben verslaafd aan mijn smartphone. Wat moet ik doen?

Allereerst is het belangrijk om de mate van verslaving vast te stellen. Om te weten te komen of je smartphone een buitensporige rol speelt in je dagelijkse leven, stel je jezelf best de volgende vragen:

 

  • Heb je je interesse verloren in andere activiteiten dan je smartphone?
  • Heb je het moeilijk om je smartphone aan de kant te leggen?
  • Ben je voortdurend bezig met je favoriete online activiteit?
  • Belemmert het gebruik van je smartphone je gezins- of vrijetijdsactiviteiten?
  • Veroorzaakt je smartphone problemen voor anderen om je heen?

Als je op de meeste van deze vragen "ja" hebt geantwoord, vind je hier enkele tips over hoe je afstand kunt creëren tussen jou en je smartphone.

  1. Om je bewust te worden van de tijd die je op je smartphone doorbrengt, houd je een week lang bij hoeveel uur je erop doorbrengt. Online-tijd in verband met werk en administratieve take wordt niet meegeteld.
  2. Verander de instellingen op je schermen om automatische meldingen te stoppen, vooral door het automatisch ophalen van e-mails en berichten van sociale netwerken uit te schakelen.
  3. Als je op het internet zit, stel jezelf dan een specifiek doel, zoals het opzoeken van de tijden van een film in de bioscoop of iets kopen.
  4. Stel vaste tijdsvensters in om in te loggen, bv. één 's morgens en één 's avonds om e-mails en meldingen te checken.
  5. Pak het drastisch aan: schakel de vliegtuigmodus van uw telefoon in of zet de wifi op een vast tijdstip 's avonds uit.
  6. Gebruik je smartphone niet als wekker, gebruik een gewone wekker. Op die manier kom je 's nachts niet in de verleiding om je berichten te checken.
  7. Creëer een "digitale detox"-dag voor jezelf: kies minstens één dag in de week waarop je geen verbinding maakt, of enkel wanneer het met het werk te maken heeft.
  1.  
Mijn diëtiste zegt dat ik beter psychologische hulp zou zoeken. Waarom?

Je diëtiste is een voedingsdeskundige met een diploma hoger onderwijs. Zij kan dus hebben vastgesteld dat je een eetstoornis hebt en kan voorstellen dat je hulp zoekt en ->psychotherapie  volgt. Het kan nuttig zijn dit met haar te bespreken om te zien wat haar beweegredenen zijn, zodat je zelf kan inschatten of dit je een goed idee lijkt.

Ik ben een afvalophaler en ik ben erg moe. Hoe komt dat?

Als afvalophaler heb je een bijzonder zware en soms gevaarlijke taak, vooral in Brussel, omdat het verkeer er druk is en het moeilijk is om een vrachtwagen te manoeuvreren die tot 15 ton kan wegen. Bovendien zijn de afvalzakken soms erg zwaar en kunnen er gevaarlijke voorwerpen in de zakken zitten die je kunnen verwonden. 

Dat je je moe voelt, komt waarschijnlijk door de zware aard van je werk. Aarzel niet om met je dokter of psycholoog te praten. Het is heel goed mogelijk dat je overschakelt op andere taken dan afvalinzameling, of dat je op een andere manier leert hoe je jezelf kunt beschermen tegen de moeilijkheden op het werk.

Ik ben een bakker en ik ben zeer gereserveerd. Is dit een probleem?

Gereserveerd of discreet zijn is een houding van ingetogenheid in gedrag. Het cultiveren van discretie heeft zijn voordelen. Het is een kwaliteit die in alle beroepen gewaardeerd wordt, ook als bakker. Aangezien een bakker nauwkeurig moet zijn in zijn werk en een zekere nauwgezetheid moet hebben, kan deze kwaliteit helpen om efficiënt te zijn in zijn taken.

Je kunt je afvragen of deze terughoudendheid je toestaat of verhindert om bepaalde dingen te zeggen, te denken, te doen. Met andere woorden, is het beperkend voor jou? Of zijn er meer voordelen dan nadelen verbonden aan deze vorm "discreet" gedrag?

Ik ben taxichauffeur en ik ben vaak woest. Hoe kan ik mijn woede beheersen?

Wanneer zich een moeilijkheid voordoet, bestaat woede om ons te waarschuwen dat er een probleem is en om ons in staat te stellen het aan te pakken. Het is een emotie die ons helpt om te gaan met een situatie, zoals droefheid of angst. 

De intensiteit van de woede varieert naargelang van de individuele gevoeligheid. Het houdt verband met onze persoonlijke ervaringen, ons karakter, de context en de emotionele lading die wij aan de dingen geven. Als taxichauffeur heb je een stressvolle baan. Je bent uren onderweg en komt waarschijnlijk vast te zitten in files. Bovendien kan je onaangename of respectloze klanten ontmoeten.

Als je wordt bestempeld als iemand met een kort lontje, zul je een door woede gedreven houding hebben. Iemand die zich onzeker voelt of moeite heeft zijn emoties te beheersen, zal zich gemakkelijker laten leiden door emoties.

Het is echter mogelijk om te leren omgaan met woede, door meditatie, ontspanningsoefeningen of ademhalingsoefeningen die de woede snel kunnen doen afnemen. Op lange termijn is cognitieve therapie geschikter. Het helpt je om rationeel te reageren op een bepaalde situatie.

 

De adviserend arts heeft me opgeroepen. Ik ben bezorgd om er heen te gaan. Wat zijn mijn verplichtingen?

Wanneer je arbeidsongeschikt bent, komt de adviserend arts van de mutualiteit tussen na de periode van het door de werkgever gewaarborgde loon (deze periode verschilt naargelang van je statuut: arbeider, bediende, werkloze, zelfstandige, enz.)  Dit wordt een controle in geval van primaire arbeidsongeschiktheid genoemd. De adviserend arts zal je uitnodigen voor een controle-onderzoek. Als je om medische redenen niet aanwezig kunt zijn, neem dan zo snel mogelijk contact op met je mutualiteit om een nieuwe datum af te spreken.

Als je arbeidsongeschiktheid meer dan een jaar duurt en je een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, zal de adviserend arts van het RIZIV (Rijksinstituut voor ziekteverzekering) je uitnodigen voor een medisch onderzoek.

Dit medisch onderzoek is verplicht, dus je moet aanwezig zijn. Als je je niet naar het onderzoekscentrum kunt begeven, neem dan zo snel mogelijk contact op met het medisch secretariaat van de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit (GRI) op het nummer dat op de uitnodiging staat vermeld. Je krijgt informatie over hoe je het attest moet opsturen waarin je uitlegt waarom je niet aan het medisch onderzoek kon deelnemen. Als de GRI de reden van je afwezigheid afwijst, moet je toch gaan.

Tijdens het medisch onderzoek kan de adviserend arts je vragen stellen over :

  • Het verloop van je ziekte
  • Klachten als gevolg van je ziekte
  • De behandeling
  • Je medische geschiedenis
  • Je opleiding
  • Je professionele loopbaan

De documenten die je moet meebrengen :

  • Je identiteitskaart
  • Alle documenten en verslagen die tijdens deze controle noodzakelijk kunnen blijken (medische verslagen, enz.). Om deze documenten te verkrijgen, kan je terecht bij je arts.
Ik ben boos op mijn dokter. Wat zijn mijn rechten? Heb ik patiëntenrechten?

De wet van 22 augustus 2002 erkent verschillende rechten voor elke patiënt wanneer hij of zij zorg ontvangt van een gezondheidswerker. Als je als patiënt het gevoel hebt dat je arts je rechten niet heeft gerespecteerd, kun je een beroep doen op een ombudsdienst.

Als je in het ziekenhuis ligt, heeft je ziekenhuis een ombudsdienst (lijst van ombudsdiensten in ziekenhuizen).

In de psychiatrie kan er een overeenkomst zijn getekend tussen de zorginstelling en ons Platform. Om de lijst van psychiatrische instellingen te raadplegen die een beroep kunnen doen op de ombudsdienst van het Platform, gelieve hier te klikken.

Anderzijds moeten klachten betreffende iemand die werkt in de ambulante sector (huisarts, gespecialiseerde arts in privépraktijk, tandarts, werknemer in een rusthuis, werknemer in de gevangenis, enz.) gericht worden aan de federale ombudsdienst.

 

Naasten

Ik maak me zorgen over het gedrag van een van mijn naasten - wat kan ik doen?

Je naaste vertoont al enkele weken gedragingen die met elkaar in verband staan en vreemd lijken. Je herkent hem of haar niet meer. Het is belangrijk om hem of haar aan te moedigen hulp te zoeken als:

  • het voor hem of haar niet meer lukt om te eten zoals gewoonlijk,
  • zijn of haar slaap is verstoord,
  • ze lachen en huilen voortdurend afwisselt of ernstige tekenen van droefheid en neerslachtigheid vertoont,
  • je naaste, tegen zijn of haar gewoonten in, alcohol of drugs gebruikt, of meer dan gewoonlijk,
  • hij of zij moeite heeft om zich te concentreren bij het kijken naar televisie, het bekijken van een film of het lezen van een boek,
  • hij of zij niet meer in staat is een gesprek te volgen,
  • hij of zij moeite heeft zich uit te drukken en onverstaanbaar spreekt,
  • hij of zij stemmen hoort of dingen ziet die jij niet hoort/ziet,
  • hij of zij zich zonder duidelijke reden bekeken/bedreigd/angstig voelt,
  • hij of zij agressief wordt zonder duidelijke reden

In eerste instantie kan de huisarts van deze persoon - op basis zijn/haar verhaal en dat van jou – hem/haar adviseren en doorverwijzen naar een ->psycholoog of een ->psychiater. Als je naaste nog geen huisarts heeft, kan hij/zij er een zoeken op de website van de FBHAV (Federatie van de Brusselse Huisartsenverenigingen).

Een bezoek aan een ->psycholoog of ->orthopedagoog wordt onder bepaalde voorwaarden terugbetaald. Adviseer hem/haar om bij zijn/haar arts of psychiater (als hij/zij die heeft) te informeren naar de voorwaarden van dit aanbod. Meer informatie hier.

Mijn zoon, die in het buitenland studeert/werkt/ver van huis is en die - tot nu toe - geen gezondheidsproblemen heeft gehad, vertoont plotseling geen teken van leven meer. Wat moet ik doen?

Zoek uit of hij een plaatselijke contactpersoon heeft, zoals een buur, familielid, vriend, huisgenoot, enz. met wie je contact kunt opnemen om onrechtstreeks naar hem te informeren. Als je zoon een huisarts in het buitenland heeft, kun je ook contact met hem of haar opnemen.

Heeft hij geen contactpersoon die je kan informeren over zijn toestand? Dan kan je je wenden tot de Belgische ambassade of het consulaat van het land waar je naaste woont.

Iemand van mijn naaste omgeving heeft net een diagnose gekregen. Wat nu?

Allereerst moet je weten dat herstel en/of genezing van je dierbare mogelijk is, maar dat het tijd vergt...

Verlies vooral de hoop niet. Het is belangrijk om je naaste te kunnen steunen, maar ook om jezelf te beschermen (-> zie vraag: Hoe kun je als naaste een burn-out voorkomen? Hoe kun je jezelf beschermen?)

Zonder jezelf niet af. Het is van het grootste belang dat je met iemand kunt praten die begrijpt wat je doormaakt, of het nu een familielid is, een vriend(in) of iemand anders uit je omgeving die doormaakt(e) wat jij doormaakt. Er zijn verschillende familieverenigingen die je kunnen steunen en informeren. Er zijn ook verschillende gespreksgroepen voor naasten in Brussel. 

Je kunt proberen meer te weten te komen over de aandoening van je naaste, zodat je beter kunt begrijpen wat er met hem/haar aan de hand is en hoe je hem/haar binnen je grenzen kunt ondersteunen.

Om meer te weten te komen over aandoeningen, de verschillende soorten hulpverleners die werkzaam zijn in de geestelijke gezondheidszorg, de verschillende benaderingen van therapie, de soorten medicatie enz. kan je onze woordenlijst over geestelijke gezondheid raadplegen.

Wens je meer informatie over de bestaande diensten? Je kunt ze hier vinden:

Hoe kan een ondersteuningsstrategie rond de patiënt worden opgezet waarbij familieleden, hulpverleners en patiënten worden betrokken?

Als naaste kan het zijn dat je een goede band hebt met de persoon die het psychisch moeilijk heeft. Als dat het geval is, is dat een sterk punt, want je bent een geruststellende en onmisbare factor.

Je kunt uiteraard een strategie ontwikkelen met de hulp van het zorgteam, waarbij rekening wordt gehouden met de deskundigheid van elke persoon. In dit geval zou het interessant zijn de nadruk te leggen op onderlinge afhankelijkheid, wederzijdse steun en de bereidheid om met het team samen te werken, met inachtneming van privacy en vertrouwelijkheid.

In elk geval heb je het recht om aan de hulpverleners informatie door te geven die je relevant acht over je naaste en de hulpverleners kunnen je ook informatie geven over alle niet-vertrouwelijke aspecten.

Hoe kan ik een opvolging organiseren voor mijn volwassen naaste die een psychische aandoening heeft, geen contact meer heeft met de maatschappij, maar lijdt aan anosognosie?

Met een patiënt die zich bewust is van zijn of haar pathologie, is het gemakkelijker om te onderhandelen over een draaglijke modus vivendi, en een positieve synergie arts-naaste-gebruiker te bereiken.

Krijgt je dierbare met een psychische aandoening niet de juiste zorg? Dit kan zijn/haar levenskwaliteit aantasten, hem/haar in gevaar brengen en/of een mogelijk gevaar vormen voor anderen.

Wat is anosognosie?

  1. Je naaste blijft - maanden of jaren - volhouden dat hij of zij niet ziek is, dat hij of zij geen symptomen heeft, zelfs wanneer hij of zij geconfronteerd wordt met duidelijke bewijzen dat hij of zij wel degelijk ziek is.
  2. Uw naaste verklaart de feiten op een onlogische manier en met confabulaties/ een vreemde logica. 

Lijdt je familielid aan anosognosie, weigert hij of zij behandeling en is hij of zij een gevaar voor zichzelf of anderen? Je kunt vragen dat je familielid onder observatie wordt geplaatst in een psychiatrische afdeling. Zie hiervoor de pagina Justitie - Gedwongen opname.

 

Hoe kan men iemand met een ernstige diagnose sociale bescherming en de bescherming van het dagelijkse leven garanderen?

Ten eerste is de "ernst" van een diagnose een zeer subjectief begrip. In ieder geval is het van essentieel belang een gesprek aan te gaan met de hulpverleners die bij de diagnose betrokken zijn en hen te bevragen om zoveel mogelijk concrete informatie te verkrijgen over de betekenis van de diagnose en de mogelijke gevolgen ervan voor de persoon, de familie, enz. en over de gedragsmatige, emotionele en praktische pistes die voor de toekomst moeten worden overwogen.

Bovendien is het interessant te weten voor wie de situatie zwaar weegt, wie eronder lijdt en misschien hulp nodig heeft om ermee om te gaan. De persoon bij wie de diagnose is gesteld, is niet noodzakelijk degene die er het meest onder lijdt. In dit geval kan de ernst van een diagnose worden geherformuleerd in termen van de "belasting" van het gezinssysteem (familieleden) met betrekking tot de behoeften en verzoeken om hulp en/of de belasting van het zorgsysteem (aantal tussenpersonen, diensten, gecontacteerde instellingen).

Als deze last over verschillende schouders kan worden gespreid, zal hij gedeeltelijk - althans praktisch gezien - minder "zwaar" zijn.

Voor aspecten van emotionele belasting bij "ernstige diagnose" wordt aanbevolen, indien deze belasting te groot is, contact op te nemen met een hulpverlener: een psycholoog, een psychiater of een huisarts; er bestaan ook gespreksgroepen.

Er moet ook rekening worden gehouden met het aspect van de sociale bescherming, d.w.z. dat de persoon bij wie de diagnose is gesteld, mogelijk met een daling van de financiële middelen of een stijging van de uitgaven wordt geconfronteerd.

Sociale bescherming heeft dus tot doel de financiële bestaansmiddelen van personen collectief veilig te stellen. Deze bescherming voorziet in verschillende mechanismen die ten doel hebben een minimuminkomen te garanderen zodat de zieke in de samenleving kan "integreren". De stelsels van sociale bescherming verschillen naar gelang van het statuut van de persoon (werknemer, arbeider, werkloze, zelfstandige) en het inkomen uit arbeid vóór de diagnose. Sommige mensen hebben nooit de gelegenheid gehad om te werken. In dat geval is het nuttig om contact op te nemen met het OCMW van de gemeente waar zij wonen.

Voor meer informatie over de verschillende gevallen kan je terecht bij je ziekenfonds en op de website van de FOD Werkgelegenheid. Je vindt de contactgegevens van de OCMW's van de 19 Brusselse gemeenten hier.

In bepaalde situaties voorziet de wet van 18/07/1991 art. 488bis in de mogelijkheid van een voorlopige bewindvoering. Een brochure over dit onderwerp kan worden gedownload via onderstaande link.

Wat de bescherming van het dagelijkse leven betreft, zal het opvangen van de impact op het dagelijkse leven afhangen van de compenserende strategieën die in samenwerking met het familie-, persoonlijke en professionele netwerk van de betrokkene kunnen worden ontwikkeld.

Deze vraag is daarom niet eenvoudig te beantwoorden. Wij nodigen je uit contact op te nemen met de personen, diensten, voorzieningen en familieleden die rechtstreeks betrokken zijn bij de ondersteuning van de persoon bij wie de diagnose is gesteld, om de situatie te beoordelen en relevante strategieën uit te werken.

Hoe voorkom je een burn-out als naaste? Hoe kun je jezelf in stand houden?

Als gezinslid is het essentieel dat je zorgt voor je mentale en fysieke gezondheid. Als verzorger van iemand met een psychisch probleem vergeet je wel eens voor jezelf te zorgen. Maar, zoals iedereen, heb ook jij je grenzen. Wees je ervan bewust en leer ze te respecteren. Om in staat te zijn je grenzen te herkennen en jezelf te beschermen, zul je waarschijnlijk hulp nodig hebben.

Hier zijn enkele manieren om je beter te voelen:

  • Stel duidelijk vast wat je behoeften zijn en rangschik ze in volgorde van belangrijkheid voor jou,
  • Maak je verwachtingen duidelijk aan je zieke naaste en zorg ervoor dat hij of zij het goed begrepen heeft,
  • Luister naar je naaste en laat dan ook je eigen mening horen,
  • Een beetje humor in de uitwisselingen vrolijkt de sfeer op,
  • Zorg voor evenwicht in je tijdsbesteding; verwaarloos geen activiteiten die je leuk vindt en die je helpen te ontstressen. Maak wat tijd voor jezelf vrij en onderneem leuke activiteiten zonder je naaste in de buurt,
  • Neem de tijd om andere familieleden en vrienden te zien. Wees niet bang om hen om hulp te vragen als je je overweldigd voelt,
  • Neem geen verantwoordelijkheden op je die niet de jouwe zijn. Onderschat de capaciteiten van je naaste niet.

 

Hoe reageer ik als de zorgverleners die mijn naaste behandelen geen rekening houden met mijn standpunten/suggesties?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden is nauwkeuriger informatie nodig over wat er is geprobeerd om rekening te houden met je standpunt. "Rekening houden met" betekent immers niet noodzakelijk dat men het eens is met de suggesties die je doet of dat men deze opvolgt.

Hebt je om een gesprek gevraagd en uitdrukkelijk vermeld dat je je standpunten wilde delen met hulpverleners? Heb je je bezorgdheden en standpunt met je zieke naaste besproken?  Heb je een document opgesteld of een e-mail met je standpunten en aan de betrokken hulpverlener gericht? Heb je een tweede opinie gevraagd aan een andere professional of deskundige op hetzelfde gebied? Heb je advies ingewonnen bij instanties die erkende aanbevelingen doen? enz.

Ten tweede kan het de moeite waard zijn om bij jezelf na te gaan in hoeverre het jou tevreden zou stellen en wat jij denkt dat je zieke naaste tevreden zou stellen, wanneer met jouw mening rekening wordt gehouden.

Soms kan het nodig zijn om hulp te vragen om deze stappen te zetten. Aarzel niet om contact op te nemen met een psycholoog of je arts om je te helpen deze kwestie op te helderen.

Bovendien is een van de grondbeginselen van de gezondheidszorg de therapeutische vrijheid. De patiënt heeft de keuze van therapeut. Dit betekent dat je heel goed aan je naaste kunt voorstellen om een professional te zoeken die meer is afgestemd op jullie eigen criteria, als de huidige behandelwijze niet bij jullie past.

Tot slot, als je vragen hebt over patiëntenrechten, kun je klikken op het tabblad ombudsdienst.

Heeft de gestelde diagnose van psychische stoornis enige wetenschappelijke waarde?

Wat betekent wetenschappelijke waarde? Het begrip waarde, zoals in deze vraag gesteld, lijkt ons dicht bij dat van "relevantie", "erkenning", of zelfs "waarheid" te liggen. Wat het begrip "wetenschap" betreft, definieert het Larousse woordenboek dit als "een samenhangend geheel van kennis met betrekking tot bepaalde categorieën van feiten, voorwerpen of verschijnselen die aan wetten gehoorzamen en/of door experimentele methoden worden geverifieerd".

Deze begrippen, met name op het gebied van de geestelijke gezondheid, lijken te verschuiven, te veranderen naar gelang van de tijden, culturen, theorieën en locaties. Als de wetenschappelijke waarde van een diagnose binnen de geestelijke gezondheid als zodanig aan kritiek onderhevig is en in de loop van de tijd verandert, is het directe operationele gevolg dat de diagnose ook aan kritiek onderhevig is.

Bovendien, als "waarde" niet "waarheid" betekent, kan de betekenis ervan toch die van erkenning benaderen (door de gebruikers en door de wetenschappelijke gemeenschap die haar heeft voortgebracht). Wat de relevantie betreft, valt nog te bezien welk klinisch nut de diagnose al dan niet heeft, aangezien de belangrijkste functie van een diagnose in de geestelijke gezondheidszorg is de behandeling door de arts te vergemakkelijken.

We kunnen dus stellen dat de diagnose op het gebied van de geestelijke gezondheid een meer willekeurig karakter heeft dan andere vormen van medische diagnose, althans in die zin dat de aard en de oorzaken van moeilijkheden, stoornissen en ziekten niet worden vastgesteld aan de hand van dezelfde indicatoren, noch aan de hand van dezelfde klinische waarnemingen die impliciet rekening houden met de theoretische premissen van de arts. Wat de definitie van een psychische stoornis is, is een vraag die nog steeds ter discussie staat. De wetenschappelijke waarde is naar onze mening dus niet van dezelfde orde, omdat zij niet dezelfde garanties biedt als voor andere wetenschappen, zoals bijvoorbeeld de natuur- of scheikunde.

Zo werd het DSM-handboek[1], nu in zijn 5e editie, samengesteld door leden van de American Psychiatric Association in een militaire context en met als hoofddoel de communicatie tussen psychiaters te vergemakkelijken. Wij herinneren er echter aan dat de diagnose van geestelijke gezondheid per slot van rekening zeer relatief is. Homoseksualiteit, bijvoorbeeld, werd tot in het jaar 1982 opgenomen onder de psychische stoornissen van de DSM.

Maar hoewel de wetenschappelijke waarde relatief is, zijn de effecten van deze diagnostische categorieën reëel: Zij hebben gevolgen voor diverse vergoedingen, voor het verkrijgen van een rijbewijs, voor het adopteren van een kind of voor het verwerven van een bepaald sociaal statuut dat kan leiden tot vrijstelling van burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid.

(En laten we niet uit het oog verliezen dat de eerste functie van een diagnose op het gebied van de geestelijke gezondheid is om de behandeling te vergemakkelijken en de levenskwaliteit van het gezinssysteem te verbeteren).

 

[1] DSM staat voor "diagnostisch en statistisch handboek van psychische stoornissen". Er is ook de ICD (11e editie) of Internationale Classificatie van Ziekten.

Heeft de gestelde diagnose van psychische stoornis enige wetenschappelijke geldigheid?

Bij de verschillende methoden van wetenschappelijk onderzoek, of het nu hypothetisch-deductief, inductief of empirisch is, wordt de geldigheid van een idee getoetst door hypotheses te formuleren over een onderwerp, door middel van experimenten en/of observatie.

De validiteit van een experiment wordt gedefinieerd door het feit dat het meet wat het geacht wordt te meten en is tevens het eindresultaat van een geheel van valideringsprocedures waarbij verschillende soorten criteria worden gehanteerd die het mogelijk maken de betrouwbaarheid van een experiment te beoordelen. Wij weten allen dat het begrip betrouwbaarheid van een experiment van essentieel belang is, zowel voor de aanvaarding van een hypothese door de wetenschappelijke gemeenschap als voor de notie van geldigheid. Het begrip "betrouwbaarheid" wordt gedefinieerd door het feit dat de resultaten reproduceerbaar moeten zijn. Dit betekent dat andere onderzoekers onder dezelfde omstandigheden tot dezelfde resultaten moeten komen.

Het is echter bekend dat het menselijk oordeel interfereert met het begrip betrouwbaarheid, zodat experimenten waarbij het menselijk oordeel onvermijdelijk is, minder gemakkelijk betrouwbaar en dus valide zijn.

Deze verschillende bevindingen suggereren dat de vraag naar de wetenschappelijke geldigheid van de diagnose van geestesziekten niet zo duidelijk en vastomlijnd is als bij andere soorten wetenschappelijk onderzoek.

De diagnose in de geestelijke gezondheidszorg is in de eerste plaats gebaseerd op een reeks klinische ijkpunten die de zorg sturen en de behandeling door de behandelaar vergemakkelijken.

Hulpverleners

Hoe kunnen de belangen van patiënten, familieleden en hulpverleners met elkaar worden verzoend?

Overleg tussen hulpverleners, familieleden en patiënten is essentieel voor goede zorg en herstel.

Hoewel hulpverleners gebonden zijn door het beroepsgeheim ten aanzien van hun patiënten, kunnen zij de naaste niettemin informatie verstrekken over alle niet-vertrouwelijke aspecten. Bovendien hebben familieleden het recht om informatie die zij relevant achten over de patiënt, door te geven aan hulpverleners.

Wat kunnen we doen tegen stigmatisering in de geestelijke gezondheidszorg?

Om op te treden tegen een verschijnsel dat zo ingrijpend is als stigmatisering, zijn grootschalige, gecoördineerde en langdurige campagnes nodig. Voor een duurzamer effect op stigmatiserend gedrag zouden deze campagnes het best gericht worden op specifieke doelgroepen (politie, journalisten, enz.) en niet alleen op het "grote publiek". 

Bovendien is er behoefte aan een nieuw evenwicht tussen de middelen voor intramurale en ambulante zorg. Het psychiatrisch ziekenhuis zou zo slechts een ondergeschikte functie kunnen hebben bij het verlenen van zorg in crisissituaties.

Voorts is het opzetten van institutionele structuren die de oorzaken van stigmatisering aanpakken, een strategie tegen het verschijnsel van stigmatisering van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen. 

Hoe kom ik aan de laatste wetswijzigingen op het gebied van geestelijke gezondheid?

Op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu vind je nieuws over de wetgeving inzake geestelijke gezondheid.

Welke opleiding bestaat er voor professionals in de geestelijke gezondheidszorg?

Er zijn verschillende opleidingen op het gebied van geestelijke gezondheid voor professionals (niet alleen gezondheidswerkers), die op de volgende websites worden vermeld : 

  • psychotherapie-opleiding: ULB, UCL, UGent, Virages Formation
Hoe werken eerstelijnspsychologische sessies?

Huisartsen en psychiaters kunnen patiënten met bepaalde middelzware psychische stoornissen doorverwijzen naar een klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog voor een kortdurende eerstelijnspsychologische behandeling, die grotendeels wordt vergoed door de mutualiteit. Daartoe moeten zij een voorschrift invullen. Alle nodige informatie is te vinden op de website van het RIZIV.

Solliciteren als zelfstandig klinisch psycholoog in Brussel in het kader van het RIZIV-project "Terugbetaling van eerstelijnspsychologische zorg". Alle informatie is hier beschikbaar.