Return to work: de werkhervattingspremie is er (UNISOC)

In het kader van een groot pakket aan maatregelen om werkgevers en werknemers te stimuleren tot re-integratie van de (langdurig) zieke werknemers, stelde minister van Sociale Zaken Vandenbroucke in oktober 2022 een werkhervattingspremie voor aan de regering die werd goedgekeurd in de begroting voor 2023-2024. De wetgevende procedure is ondertussen volledig doorlopen en het koninklijk besluit tot uitvoering van de maatregel werd gepubliceerd op 31 juli 2023. Werkgevers van langdurig zieke werknemers die het werk gedeeltelijk hervatten, kunnen hiervoor een premie ter ondersteuning krijgen.

 

De basis voor de werkhervattingspremie is te vinden in de programmawet van 26 december 2022. De wet bepaalt dat de premie van 1.000 euro wordt gegeven aan een werkgever waarbij een langdurig zieke persoon het werk hervat onder de voorwaarden van artikel 100, §2 van de ZIV-wet – met andere woorden, onder het regime van gedeeltelijke werkhervatting – vanaf 1 april 2023.

Deze regel moest echter nog verder uitgewerkt worden in een koninklijk besluit, wat gebeurde in het KB van 17 juli 2023

Concreet moeten volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • De toelating van de adviserend arts aan de werknemer voor de hervatting van de arbeid onder artikel 100 §2 van de ZIV-wet én de werkhervatting bij de werkgever vatten aan tijdens de invaliditeit – dus wanneer de werknemer minstens 1 jaar arbeidsongeschikt is; 
  • Deze toelating en hervatting van arbeid vangen aan tussen 1 april 2023 en 31 maart 2025;
  • De werknemer is onderworpen aan RSZ-bijdragen; 
  • De arbeid wordt verricht op grond van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, of een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur die bij het begin van de toegelaten arbeid een voorziene duur van minstens drie maanden heeft, of een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur of van bepaalde duur die bij het begin van de toegelaten arbeid een voorziene duur van minstens drie maanden heeft in het onderwijs, of een benoeming in vast verband, of een stage met het oog op een benoeming in vast verband in de openbare sector; 
  • De werknemer moet de toegelaten arbeid minstens drie maanden voor 1 oktober 2025 verrichten. Periodes van jaarlijkse vakantie en gewaarborgd loon worden gelijkgesteld.

De premie geldt zowel voor werkgevers die werknemers in invaliditeit aanwerven, als voor werkgevers van werknemers die zich in invaliditeit bevinden en het werk hervatten onder artikel 100, §2 van de ZIV-wet.

Worden uitgesloten: de doelgroepmedewerkers van de ondernemingen in paritair comité 327, de flexi-jobwerknemers, de gelegenheidswerknemer in de tuin- en landbouw en in begrafenisondernemingen, en de vrijwillige brandweermannen/ambulanciers/civiele bescherming. 

De werkgever kan ten vroegste na een periode van drie maanden toegelaten arbeid (en ten laatste twee jaar na het einde van de maand waarin de derde maand toegelaten arbeid is verricht) via een elektronische toepassing een ondertekende aanvraag indienen bij het ziekenfonds van de betrokken werknemer dat bevoegd is voor de uitbetaling. Dit kan ook via een papieren formulier indien elektronische wijze niet mogelijk is bij het ziekenfonds.  

Het ziekenfonds onderzoekt de aanvraag, en betaalt de premie indien aan alle voorwaarden voldaan is uiterlijk de laatste dag van de tweede kalendermaand die volgt op de kalendermaand waarin het einde van de periode van drie maanden toegelaten arbeid verricht. Als de werkgever later de aanvraag indient, dan betaalt het ziekenfonds de betaling uiterlijk de laatste dag van de tweede kalendermaand die volgt op de kalendermaand waarin de werkgever de aanvraag heeft ingediend. 

De werkgever kan voor dezelfde werknemer slechts eenmaal de premie ontvangen. 

Het koninklijk besluit treedt retroactief in werking, vanaf 1 april 2023.

Afbeelding

Bronnen : Unisoc vzw : https://www.unisoc.be/articles/nl/public/return-to-work-de-werkhervatti…

Lees meer over de Return to workhttps://www.unisoc.be/articles/nl/public/re-integratie-van-langdurig-zi…